Koninginnenteelt:
Ik dacht altijd: koninginnenteelt is iets voor ervaren imkers.
Ik heb een poging gedaan om vanuit aangeblazen doppen (gekregen via de bijenvereniging), koningen te telen.
Maar dat was geen succes.
Maar het bleef kriebelen om zelf koninginnen telen.
En met 4 onervaren imkers zijn we in de winter van 2016 rond de tafel gaan zitten, om te bedenken hoe we dat gaan doen.
En dat was wel een succes. Niet direct, ook veel missers moeten incasseren, maar daar leer je van.
Uitgangspunt was een P0 van Kjeld Bandstrup, die ik in de zomer van 2015 had gekocht
Ons doel was voor al onze volkjes een zachtaardige F1, bevrucht op een bevruchtingsstation.
En 3 P0’s bevrucht op Ameland.
En dat doel hebben we nagenoeg bereikt na half juni 2016.
Hieronder een presentatie van onze ervaringen met de koninginnenteelt, zoals we die hebben gehouden op een avond voor de bijenvereniging van Nietap.
Koninginnenteelt door dummies (onervaren imkers)
Hieronder de dia’s van de presentatie zoals we die gehouden hebben voor de leden van NBV Nietap, we hadden alle zelfgemaakte spullen meegenomen en getoond tijdens de presentatie.
De presentatie was op donderdag 30 november 2016 en er werden tijdens de presentatie de volgende opmerkingen en tips aangedragen:
– Als je een volk bewust hopeloos moerloos hebt gemaakt, doe dan een moerrooster voor de vliegopening, anders kan er een koningin van buitenaf in de kast komen. (gebeurt soms)
– Als je een koningin een bevruchtingsstation stuurt, geef dan je koningin een merkje met een nummer , dan weet je altijd dat je eigen koningin weer terug hebt na een bezoek aan een bevruchtingsstation.
– Als je een raam met aangenomen larfjes in een pleegvolk hangt, zorg dan dat er een raam met stuifmeel vlak in de buurt hangt. Stuifmeel is belangrijk voor de jonge larven, om een kwalitatief goede koningin te worden. Het is voedsel voor de voedsterbijen en die geven het weer aan de jonge larven.
– Een pleegvolk accepteert de aangenomen larfjes, en de later gevormde koninginnendoppen, het is voor het volk eigenlijk een stille moerwisseling. Een raam met aangenomen larfjes kan dan ook prima in het broednest hangen. (met moerroosters aan beide zijden)
– Laat je bevruchtingsvolkje invliegen voor het naar een bevruchtingsstation gaat. Doe wel een koninginnenrooster voor het vlieggat, anders gaat de koningin ook naar buiten. (en die wil dat maar al te graag)
– Kleine kastjes, bijvoorbeeld schudzwerm met net bevruchte moer kunnen leeggeroofd worden. Er zijn nog geen wachterbijen. Zorg voor een vliegopening die hoogstens één bij groot is.
– Om een nieuw geteelde koningin te wisselen, kan dat meestal zonder problemen in het late najaar, of het vroege voorjaar. Als een volk geen darren heeft stoot het volk de nieuwe koningin niet af.
Maar wel oppassen, dat de nieuwe moer niet verloren gaat, als er geen darren zijn, dan is er ook geen mogelijkheid voor het volk om een nieuwe moer na te telen. Dus de oude moer bewaren, tot de nieuwe moer goed aan de leg is.
Met de pijltjes linksboven in de pdf, kun je door de presentatie bladeren
Koninginnenteelt voor dummies